1st DUTCHRANGER SHOW


Bij deelnemen aan drie onderdelen of meer kans op allround prijs

De vier onderdelen tijdens de 1st dutchranger show op 25 juni 2022:

  • 1 – Ranch Riding

Het onderdeel moet de veelzijdigheid, de werkwilligheid en de voorwaartse beweging in arbeidstempo van het paard weerspiegelen.

In extended trot is lichtrijden of verlichte zit toegestaan. De horn van het zadel mag aangeraakt en vastgehouden worden.

Uitrusting

  • De uitrusting dient die van een werkpaard te weerspiegelen.
  • Beenbeschermers zijn toegestaan.
  • Ingevlochte manen, glimmende of gezwarte hoeven zijn wel toegestaan maar niet gewenst.
  • Ruiter dient passende westernkleding te dragen: cap, westernlaarzen en westernkleding met lange mouwen en hoge boord/kraag. Dragen van een bodyprotector is toegestaan.

Beoordeeld wordt:

  • de capaciteit van het paard om te allen tijde controleerbaar te blijven, ook bij snellere gangen,
  • gewillig en gehoorzaam aan de hulpen van de ruiter,
  • een licht contact van de ruiter met het paard; een lang doorhangende- of voortdurend aangenomen teugel is niet gewenst,
  • het gedrag van het paard en de kwaliteit van de gangen zijn doorslaggevend,
  • de gangen dienen in takt en harmonische voorwaartse drang getoond te worden,
  • De overgangen dienen gebalanceerd en vloeiend te worden uitgevoerd.

Puntentelling

De basis voor de puntentelling ligt bij 70 punten. De losse manoeuvres worden in stappen beoordeeld van een halve punt van -1,5 als slechtste tot + 1,5 als beste.

Diskwalificatie

1. Bewust aanraken van de hals van het paard met het doel diens hoofd naar beneden te brengen, of gebruik van de vrije hand om het paard te intimideren of te belonen.

2. Fouten in de uitrusting die tot een onderbreking in de uitvoering van het pattern leiden.

3. Voortdurend rijden met te lage halshouding (oorpunten duidelijk lager dan de schoft), of met zodanig gespannen nek dat de neus van het paard achter de loodlijn gedragen wordt.

Zie voor een compleet overzicht het WRAN-regelboek.

  • 2 – Trail

Het rijden van een voorgeschreven pattern met hindernissen/obstakels. De proef wordt door de jury gemaakt en veranderd dus elke wedstrijd.

Uitrusting

  • Beenbeschermers zijn toegestaan.
  • Ruiter dient passende westernkleding te dragen: cap, westernlaarzen en westernkleding met lange mouwen en hoge boord/kraag. Dragen van een bodyprotector is toegestaan

Beoordeling

In dit onderdeel wordt de verrichting van het paard over hindernissen beoordeeld, met nadruk op opvoeding, gehoorzaamheid aan de ruiter, en kwaliteit van de beweging zoals:

  • stijlvol en vlot, mits dat niet ten koste gaat van de zuiverheid,
  • paard toont aandacht voor de hindernissen,
  • paard vindt zelfstandig de weg door het parcours als de hindernissen dat toestaan,
  • gewillig gehoorzamen aan de hulpen van de ruiter.

Elk obstakel wordt apart beoordeeld door de jury.

Paarden worden bestraft voor onnodige vertragingen tijdens het naderen of overwinnen van een hindernis. Paarden die kunstmatig gedrag vertonen worden bestraft.

Puntentelling

Voor iedere hindernis ontvangt het paard een hindernisscore die opgeteld of afgetrokken wordt van de 70, en kan het paard strafpunten (0,5 tot en met 5*) krijgen van de 70 afgetrokken worden.

De hindernisscore loopt van plus 1½ tot min 1½:
-1½ extreem slecht, -1 heel slecht, -½ slecht, 0 correct, +½ goed, +1 erg goed, +1½ uitmuntend.

*5 strafpunten

  • Laten vallen van een object dat meegevoerd moeten worden
  • Eerste of tweede cumulatieve weigering, steigeren, poging om een hindernis te vermijden door te vluchten, meer dan twee passen (4 stappen) er van weg te lopen, achteruit lopen, meer dan 90 graden wegdraaien tijdens het benaderen van een hindernis of duidelijk niet reageren op de hulpen
  • Hek loslaten of touw-hek laten vallen indien dit niet is voorgeschreven
  • Met een hand belonen of angst bewerkstelligen
  • Buiten de grenzen van een hindernis stappen, van- of uit een hindernis vallen of springen, met meer dan één voet vanaf het moment dat de voet binnen de hindernisgrenzen is geweest, waar onder inbegrepen het missen met meer dan één voet van één element van een walk-, jog- of lope-over hindernis
  • Duidelijke ongehoorzaamheid (slaan, bokken, steigeren, staken)
  • Een hindernis niet afmaken. 1 poging en dan een hindernis overslaan leidt automatisch tot 2 keer 5 strafpunten

Zie voor een compleet overzicht het WRAN-regelboek.

  • 3 – Western Horsemanship

In dit onderdeel gaat het om de bekwaamheid van de ruiter, in samenwerking met zijn paard, een aantal manoeuvres uitvoert.

Het ideale horsemanship pattern is uiterst precies terwijl ruiter en paard in harmonie elke manoeuvre met subtiele hulpen en aansporingen uitvoeren.

Alle deelnemers komen samen in de arena en rijden daarna individueel het pattern.

Uitrusting

Ruiter dient nette en passende westernkleding te dragen: cap, westernlaarzen en westernkleding met lange mouwen en hoge boord/kraag. Kleding en persoon moeten er schoon en netjes uitzien. Dragen van een bodyprotector is toegestaan

Beoordeling

Het totale beeld van de deelnemer, zelfverzekerdheid, zelfvertrouwen, verschijning en houding als ook de fysieke verschijning van het paard zal worden beoordeeld.

PRESENTATIE EN HOUDING VAN DE DEELNEMER

  • De deelnemer zit op een natuurlijke manier in het zadel en rijdt met een gebalanceerde, functioneel en correcte houding ongeacht de manoeuvres of gang. Zowel gedurende het werken in de hoefslag als tijdens het rijden van de pattern moet de deelnemer een sterke, zekere en nette houding handhaven.
  • Deelnemers moeten doorzitten in alle gangen met een rechte houding van het bovenlichaam.
  • Deelnemer moet in het midden van het zadel zitten met de benen hangend om een rechte  lijn te vormen, die van het oor door het midden van de schouder en de heup de achterkant van de hiel raakt of door de enkel loopt.
  • De hakken zijn lager dan de teen, met een lichte buiging in de knie en het onderbeen moet direct onder de knie zijn.
  • De rug van de ruiter moet recht, ontspannen en soepel zijn. De schouders moeten recht en vierkant zijn.
  • Licht contact wordt onderhouden met zadel en paard door de knie en midden kuit. De knie wijst naar voren en blijft in contact, zonder ruimte tussen de deelnemers knie en het zadel.
  • Ongeacht het type stijgbeugel mag de deelnemer de voet tot aan de hak in de beugel  steken of met de bal van de voet in het midden van de stijgbeugel. De teen wijst naar voren of licht naar buiten met de enkels recht of licht gebogen.
  • Beide armen en handen worden op een rustige en ontspannen manier gehouden met de bovenarm in dezelfde rechte lijn als het bovenlichaam. De teugelarm is gebogen in de elleboog met de onderarm een lijn vormend van de mond van het paard tot de elleboog. De vrije hand en arm mag op dezelfde manier worden gehouden als de teugelarm of recht naar beneden langs de zij. De pols van de ruiter is recht en ontspannen met de hand ongeveer 30 tot 45 graden binnen de verticale lijn.
  • De teugelhand wordt recht boven of iets voor de zadelknop gehouden.
  • De teugels zijn zo op maat gemaakt dat een licht contact met de mond van het paard ontstaat, en er zal niet meer dan een lichte handbeweging voor nodig zijn om het paard te controleren.
  • De hoofdpositie van de deelnemer is met de kin op en naar voren kijkend in de richting waarin en gaat.

VERSCHIJNING VAN HET PAARD

  • Het paard moet er gezond en fit uitzien en zwaar genoeg in verhouding met de grootte van het paard. Een paard dat er sloom, stuurs, vermoeid, mager of lethargisch uitziet wordt bestraft naar gelang de toestand van het paard dit rechtvaardigt. Tuigage/harnachement moet passend, schoon en in goede conditie zijn.

Puntentelling

Punten worden toegekend op basis van 0 tot oneindig, waarbij 70 punten een gemiddelde prestatie voorstelt. Het parcours wordt door de jury in etappes verdeeld waarbij iedere deelnemer per etappe een score ontvangt die opgeteld of afgetrokken wordt van de 70 punten.

De etappescore loopt van min 3 tot plus 3, waarbij:

-3 extreem slecht, -2 heel slecht, -1 slecht, 0 correct, +1 goed, +2 erg goed, +3 uitmuntend.

De jury kent tevens een score toe voor zit en hulpen. Deze score loopt van 0 (onder gemiddeld) tot 5 (excellent) waarbij 2 een gemiddelde prestatie voorstelt.

Fouten kunnen leiden tot puntenaftrek (van 3 tot en met 10* strafpunten) een 0-score of diskwalificatie.

*10 strafpunten

  • Verlies van een teugel
  • Gebruik van de vrije hand om angst te veroorzaken of te belonen
  • Vasthouden aan het zadel
  • Aanwijzingen geven met het uiteinde van de romal
  • Ernstige ongehoorzaamheid en/of tegenstand van het paard zoals steigeren, bokken of schrapen
  • Het slaan van het paard naar andere paarden, deelnemers of de jury

Zie voor een compleet overzicht het WRAN-regelboek.

  • 4 – Reining

In dit onderdeel wordt een voorgeschreven pattern, in totaal 16 stuks, uit het regelboek gereden. De deelnemers rijden individueel. De jury stelt zich aan de linkerzijde van het parcours (de arena) op. Ieder reining pattern begint uit stilstand of stap. Na afloop dient de ruiter in stap naar de jury te gaan.

Uitrusting

  • Beenbeschermers zijn toegestaan.
  • Ruiter dient passende westernkleding te dragen: cap, westernlaarzen en westernkleding met lange mouwen en hoge boord/kraag. Dragen van een bodyprotector is toegestaan,

Beoordeling

De uitvoering van het pattern en de algehele prestaties van het paard worden beoordeeld.

Het beste ‘reined’ paard moet gewillig worden geleid of worden gestuurd met weinig of geen duidelijke weerstand en moet volledig worden gedicteerd

  • smoothness, (soepel zonder oponthoud/oneffenheden),
  • finesse,
  • attitude,
  • snelheid,
  • ‘authority’, (uitstraling/glamour/prestige).
  • gebruik van gecontroleerde snelheid

Puntentelling

De basis van de puntenverdeling ligt zodanig dat 70 punten een gemiddelde score voorstelt. De verschillende manoeuvres worden gewaardeerd in stappen van ½ punt tussen een minimum van -1½ en een maximum van +1½, waarbij een score van 0 staat voor een correct uitgevoerde

manoeuvre zonder moeilijkheidsgraad. Daarnaast kunnen strafpunten 0,5 tot en met 5* strafpunten) worden toegekend.

Diskwalificatie

  • Gebruik van verboden uitrusting
  • Mishandeling van het paard in de arena of bewijs dat mishandeling vóór of tijdens de wedstrijd heeft plaats gevonden
  • Gebruik van de teugel als zweep
  • Gebruik van attributen die de beweging of doorbloeding van de staart beïnvloeden
  • Verzuimen paard en harnachement ter inspectie aan te bieden aan de jury na afloop van de proef
  • Misdraging of gebrek aan respect van de deelnemer

*5 strafpunten

  • Aansporen voor de singel.
  • Gebruik van de vrije hand om het paard te beïnvloeden
  • Vasthouden van zadel of aanraken van paard met de vrije hand
  • Belangrijke ongehoorzaamheden (o.a. slaan, bokken, steigeren)

Zie voor een compleet overzicht het WRAN-regelboek.